Els vertrok die ochtend enthousiast naar de manege, zoals ze al jaren deed. Haar paardrijden was niet zomaar een hobby; het was haar manier om te ontspannen en even te ontsnappen aan het drukke leven.
Bij aankomst voelde Els meteen dat er iets mis was. Ze werd apart genomen door een medewerker voor een onverwacht gesprek.
Met ernstig gezicht vertelde de manager dat Els niet meer mocht paardrijden. “Het spijt ons, maar we moeten je vragen te stoppen vanwege je gewicht,” luidde het onverwachte nieuws.
Verward vroeg Els om uitleg. De medewerker vervolgde met: “We willen voorkomen dat de paarden overbelast raken,” legde hij uit, wat hard aankwam.
Els, altijd zorgzaam voor de paarden, voelde zich aangeslagen. “Het voelt alsof ik de paarden schade berokken,” dacht ze, terwijl ze haar tranen inhield.
Terwijl Els probeerde te onderhandelen, bleef de manager bij zijn besluit: geen uitzonderingen.
Na het gesprek stond Els nog bij haar favoriete paard, wetende dat ze niet meer kon rijden. Het verdriet over het verlies van haar geliefde bezigheid was intens. “Ze ontnemen mij mijn grootste plezier,” deelde ze later met emotie in haar stem.
Voor Els was paardrijden meer dan zomaar een hobby; het betekende innerlijke rust en vrijheid. Ze had gehoopt op begrip en mogelijke oplossingen, maar voelde zich niet serieus genomen.
“Ze hebben mij geen kans gegeven,” klaagde ze gefrustreerd. Het afscheid van de manege voelde niet alleen als het verlies van haar favoriete activiteit, maar ook als het verbreken van de band met de gemeenschap die ze jarenlang had gedeeld. Haar vrienden, met wie ze altijd reed, leken plotseling verder van haar af te staan.
De realiteit die ze moest accepteren, was hard om te verteren.
Met verdriet in haar stem zei ze: “Ik begrijp dat ze naar de paarden moeten kijken, maar het voelt zo oneerlijk. Het voelt alsof ik als persoon niet meer meetel.”
Het gevoel van afwijzing bleef hangen, en ze wist dat het nog een lange tijd zou duren voordat ze dit verwerkt had. Ondanks het verdriet is Els vastberaden om niet op te geven.
Met overtuiging zei ze: “Ik wil gewoon weer kunnen doen wat ik het liefste doe.” Voor nu blijft het gemis groot, maar ze hoopt dat er ooit een manier komt om terug te keren naar haar passie.