Tiny: ‘Iedere avond plundert ze het weggeefkastje terwijl ze het niet nodig heeft’

WhatsApp Image 2025 05 13 at 225631 1jpeg

Tiny woont al 21 jaar in een fijn appartementencomplex in een rustige buurt in het noorden van Nederland. “Het is hier heerlijk wonen,” zegt ze. “Iedereen groet elkaar en de omgeving is mooi groen.”

Iedere avond maakt Tiny haar vaste rondje langs het water en door het park met haar kleine hond, een levendige jack russell. Het is haar momentje van rust.

Op de hoek van de straat staat een klein houten kastje naast de kerk. Het is een weggeefkastje, bedoeld voor mensen die het financieel moeilijk hebben.

In het kastje liggen houdbare producten zoals pasta, soep in blik, broodbeleg en soms zelfs tandpasta of maandverband.

Alles is gratis, bedoeld als steun in moeilijke tijden. “Een prachtig initiatief,” vindt Tiny. “Ik weet dat er mensen zijn in de buurt die hier echt afhankelijk van zijn.”

Een paar maanden geleden gebeurde er iets wat Tiny niet meer loslaat. Het was laat in de avond, het was stil op straat.

Tiny liep haar gebruikelijke ronde toen ze ineens iemand bij het kastje zag staan. Het was haar buurvrouw van één hoog. Tiny herkende haar meteen aan haar jas en haar donkere haar.

“Ze stond daar alsof ze boodschappen aan het doen was,” vertelt Tiny. “Heel rustig bekeek ze de inhoud en stopte meerdere dingen in haar schoudertas.” Tiny bleef niet stilstaan maar liep, vol verbazing, verder.

“Ik dacht: waarom zij? Ze heeft een mooie auto, rijdt daar elke dag mee rond. En ze gaat regelmatig op vakantie. Dat is toch niet iemand die dit kastje nodig heeft?”

Tiny voelde zich er ongemakkelijk bij. Ze kreeg er, zoals ze zelf zegt, “een raar onderbuikgevoel” van. In de dagen erna bleef het knagen.

Ze besloot haar vaste wandeling voortaan steeds rond hetzelfde tijdstip te maken. Niet om haar buurvrouw te betrappen, maar omdat ze wilde weten of het echt vaker gebeurde.

“En ja hoor,” zegt Tiny. “Ik zag haar minstens vijf avonden per week bij het kastje. Soms keek ze goed om zich heen, alsof ze wilde checken of niemand haar zag. Dan deed ze snel het kastje open, pakte wat spullen, en liep weer door.”

Tiny is boos. Niet zozeer omdat iemand iets meeneemt uit het kastje, maar omdat haar buurvrouw niet degene is die het nodig heeft.

“Dat kastje is er voor mensen die aan het eind van de maand geen geld meer hebben voor eten. Voor mensen die moeten kiezen tussen luiers of brood. Niet voor iemand met een dure jas, een auto en drie vakanties per jaar.”

Ze heeft erover nagedacht om er iets van te zeggen. Maar ze weet niet goed hoe. “Je wilt geen ruzie met je buurvrouw.”

”En misschien heeft ze wel schulden waar ik niks van weet, dat kan natuurlijk ook. Maar toch… het voelt niet goed.”

Tiny merkt ook dat er minder producten in het kastje liggen dan vroeger. Soms is het zelfs helemaal leeg. “En dan denk ik: hoe moet dat voor die vrouw met drie kinderen op nummer 12, die haar baan is kwijtgeraakt? Of voor die oudere meneer die elke euro omdraait?”

Het liefst zou Tiny zien dat er iets verandert. Dat er een soort toezicht komt of dat het kastje alleen op bepaalde tijden open is. Maar ze weet ook dat dat lastig is.

Het idee van het kastje is juist dat het laagdrempelig is. “Iedereen mag pakken wat hij nodig heeft. Maar dan moet je wel eerlijk zijn over wat je nodig hebt.”

Ze hoopt dat haar buurvrouw op een dag begrijpt wat ze doet. “Misschien leest ze dit ooit ergens, of denkt ze er zelf over na. Want het is eigenlijk heel simpel: dat kastje is er niet voor gemak, maar voor nood.”

Terwijl Tiny haar hondje roept en verder loopt langs het donkere water, zegt ze zacht: “Eerlijk delen, dat is toch niet te veel gevraagd?”

auteur avatar
Mischa P.
Hoi. Ik ben Mischa P., altijd nieuwsgierig en vol vragen. Als onderzoeksjournalist duik ik diep in elk verhaal, op zoek naar de naakte waarheid. Dit artikel? Een klein stukje van mijn wereld, recht uit het hart.
Scroll naar boven